Mijn nieuwe boek wordt weer een historische roman. Die gaat over de begintijd van de Noordoostpolder, de polder die drooggelegd werd tijdens de tweede wereldoorlog. Na het afsluiten van de de voormalige Zuiderzee door middel van de Afsluitdijk, was het de eerste polder in dit gebied, drooggelegd rond enkele kleine eilanden, zoals Urk en Schokland. De Zuiderzee werd IJsselmeer en er werd nieuw land gewonnen. Er was grote behoefte aan voedsel, daarom was goede landbouwgrond heel erg welkom. 

Toen de landbouwgrond er eindelijk lag, werden de pas gebouwde boerderijen in gebruik genomen, in een gebied waar tot dan toe niemand woonde. Dat ging niet zonder slag of stoot. Als je een boerderij wilde pachten, moest je solliciteren. Dan volgde er een strenge selectie. Alleen de beste boeren kwamen in aanmerking voor een boerderij in deze nieuwe polder.

De gelukkigen trokken in hun boerderij, die midden in een kaal landschap lag. Er was nog bijna geen infrastructuur: weinig wegen, geen winkels, geen kerken enzovoort. Ze waren echte pioniers. Mijn roman, een fantasieverhaal, speelt zich af in deze periode. Het gaat over dappere mannen en vrouwen, die de grote stap waagden in nog onontgonnen land.